Waarom is interculturele competentie belangrijk?

De 12-jarige Valeria gaat voor het eerst naar een Nederlandse school. Ze is de enige migrant in de klas. De eerste maand heeft ze speciale aandacht gekregen van de juf. Nu vraagt de juf of ze aan de slag gaat met een klein groepje klasgenoten om een presentatie te maken.
Valeria: We moeten een werkstuk maken over dieren. We zijn in groepjes gaan zitten. ‘Leuk!’, dacht ik, ‘Van wat voor dier wil de juf dat we iets moois maken?’ Maar dat zei ze helemaal niet! De kinderen in mijn groepje roepen door elkaar heen: ‘Mijn hond!’ zegt de één, ‘Nee, mijn kat!’ en een ander meisje wil het over haar mooie pony doen. Ik wil het aan de juf vragen, maar die is ergens anders mee bezig. Waarom zegt ze niet gewoon wat we moeten doen? Die kinderen denken dat ze het weten maar ze zeggen allemaal wat anders. Ik voel me alleen en ik mis Luna, mijn lieve kat die nog in Venezuela is.
De juf: Valeria begint al goed mee te komen. Leuk meisje. Ik heb aan de klas gevraagd een werkstuk te maken en alle kinderen brengen een idee naar voren. Erg leuk om te zien. Ik laat ze hun gang dan ook maar gaan. Maar Valeria zegt niets en lijkt afwezig. Misschien hebben ze in Venezuela geen huisdieren.
Wat is er aan de hand?
Valeria ziet de juf als een expert en een leider. Ze is gewend dat leraren uitleg geven en haar precies vertellen wat ze moet doen. In Nederland hebben leraressen echter liever dat leerlingen initiatief nemen, samen tot een oplossing komen en bijdragen aan een groepsopdracht. Het lijkt alsof de lerares iets anders doet, maar ze is er wel om vragen te beantwoorden. Valeria kan haar best doen om toch mee te doen met de groep en accepteren dat de juffrouw bijspringt als het nodig is. Tegelijkertijd kan de juffrouw er rekening mee houden dat de stijl van lesgeven die zij, de school, of het land heeft, niet altijd voldoet aan de leerbehoefte van leerlingen uit een andere cultuur. Extra aandacht en duidelijkere instructies zullen Valeria helpen te leren vertrouwen in de juffrouw en accepteren dat de leerstijl in Nederland gebaseerd is op meer groepswerk en eigen initiatief.
Waar ligt de verbinding?
Valeria kan proberen mee te doen met de groep, ze kan proberen haar eigen mening te geven. Ze kan de juf ook benaderen en haar om hulp vragen. De lerares kan overwegen om met Valeria af te spreken dat ze een gebaar maakt als ze vragen heeft.
De lerares kan Valeria, na wat extra aandacht, een document geven waarin het verwachte gedrag beschreven staat en Valeria vragen dit met haar ouders te bespreken. Ook kan ze Valeria’s ouders uitnodigen voor een gesprek. Een andere mogelijkheid is wekelijks een afspraak maken met Valeria om haar feedback te geven en te bespreken hoe het met haar gaat. Dat inzicht en dus de interculturele competentie van de lerares gaat Valeria zeker helpen.
Uitleg
In Nederland is hiërarchie niet belangrijk (PDI -). Valeria komt uit een land met grote machtafstand en meer hiërarchie. In haar cultuur verwacht men dat een leider voor zijn mensen zorgt in ruil voor loyaliteit. Op de Nederlandse school ziet Valeria een egalitaire cultuur waar de leraar meer faciliteert dan stuurt. Van de scholieren wordt verwacht dat zij initiatief nemen en met elkaar en met de leraar in discussie gaan. Ieder kind wordt aangemoedigd een mening te hebben en te uiten.
Bewustwording van en wederzijds respect voor deze verschillen helpen Valeria en de juffrouw naar elkaar toe te bewegen en zodat leerbehoefte en leerstijl steeds beter op elkaar afgestemd zijn.
Belangrijk om te weten:
Deze anekdote is gebaseerd op verhalen die met ons gedeeld zijn. Connect2Us streeft ernaar het dilemma van beide kanten te belichten en niet om mensen te labelen of te suggereren dat de een of de ander zich anders moet gedragen. Wij zien in ons dagelijkse interculturele werk dat bewustwording door de betrokkenen al voldoende is om naar elkaar toe te bewegen zonder je heel anders voor te doen. Connect2Us wil lezers helpen vooroordelen te herkennen en te vermijden. Lees hier over vooroordelen, discriminatie en racisme.