Abdul komt uit Afghanistan. Hij brengt zijn vrije tijd graag door met Loes, een Nederlandse vriendin. Omdat ze van dezelfde muziek houden, gaan ze vaak samen naar concerten. Op een dag besloten ze naar een rockconcert in Rotterdam te gaan. De rit duurde ongeveer een uur, dus namen ze de auto van Abdul. Op weg naar het concertgebouw stopt hij bij een benzinestation om iets te kopen. Hij vroeg aan Loes of ze een hapje of een drankje wilde. Loes had thuis al gegeten en haar eigen waterfles meegenomen, dus sloeg ze Abdul’s aanbod vriendelijk af. “Nee, dank je, ik heb al water.” Abdul drong aan, hij wilde graag iets voor haar kopen, maar Loes bedankte weer. “Ik zei toch? Ik heb al water!”
Abdul was teleurgesteld en eigenlijk ook wel boos. Maar dat liet hij niet zien. Hij was wel veel stiller tijdens de rest van de rit.
De verbinding
In Afghanistan, dat een sterke wij-cultuur heeft, is het een goede gewoonte om iets aan te bieden aan de persoon met wie je bent. Zeker als je gastheer bent, al is het in een auto. Zo toon je waardering voor de tijd die je samen doorbrengt. Het feit dat Loes Abdul’s bedankt, zelfs nadat hij had aangedrongen, voelt Abdul als een teken van afwijzing. Daarom was teleurgesteld.
Was hij ook in zijn eer aangetast?
Respect en eer spelen vaak een rol in wij-culturen, maar ook in gewone vriendschappen en dagelijkse gebeurtenissen hebben dit soort gebaren meer lading dan dat mensen in Nederland er aan geven.
Maar Abdul zegt het niet. Zijn lichaamstaal is wel duidelijk. Misschien niet zo voor Loes, want waarom zou iemand chagrijnig doen omdat ze even niets wil uit de winkel? In ik-culturen worden mensen opgevoed met het idee dat ze voor zichzelf zorgen, ze zijn meer op zichzelf gericht. Omdat Loes geen honger of dorst had, hoefde ze niks van Abdul. ‘Nee, dank je.’ Zij was op haar beurt geïrriteerd omdat hij niet luisterde.
Communicatie is altijd de sleutel in elke relatie. En bij interculturele communicatie is het goed om wat langer stil te staan bij wat er zojuist is gebeurd.
Loes kan even uit haar ik-stand gaan en de moeite nemen om uit te leggen dat ze een uitgebreide lunch met haar familie heeft gehad en dat ze daarom geen zin heeft om iets te eten of te drinken. En als dat niet zo is, dan kan ze zeggen, ‘wat lief, maar mag ik even wachten tot bij het concert?’
En Abdul mag uit de wij-stand en Loes gewoon vertellen dat vrienden in Afghanistan continue bezig zijn met de gastvrijheid, zelf als de ontvangst in de auto is. Zo is hij opgevoed.
Meer lezen over cultuurdimensies?
Belangrijk om te weten
Deze anekdote is gebaseerd op verhalen die met ons gedeeld zijn. Connect2Us streeft ernaar het dilemma van beide kanten te belichten en niet om mensen te labelen of te suggereren dat de een of de ander zich anders moet gedragen. Wij zien in ons dagelijkse interculturele werk dat bewustwording door de betrokkenen al voldoende is om naar elkaar toe te bewegen zonder je heel anders voor te doen. Connect2Us wil lezers helpen vooroordelen te herkennen en te vermijden. Lees hier over vooroordelen, discriminatie en racisme.