Het Stedelijk Museum in Amsterdam heeft een prachtige expositie met de titel When Things Are Beings. De expositie beweegt zich tussen de ongrijpbare aantrekkingskracht van abstracte concepten, en vormen van spiritualiteit die verborgen kunnen liggen in objecten en sculpturen.In deze blog laten we drie werken zien die de relatie van de objecten met cultuur laten zien.
AGBARA is een set draagbare kunstwerken die bewustzijn creërt. Ze zijn gemaakt om gedragen te worden op specifieke lichaamsdelen: het oor, de enkel en arm, en een groter object dat om de torso gedragen kan worden. Yinka Buutfeld paste decoratieve vlecht- en bleektechnieken toe op ruw scheepstouw, dat zij ook versierde met keramische parels. De objecten zijn bedoeld om het lichaam kracht te geven en de natuurlijke schoonheid te versterken. Met AGBARA reflecteert Buutfeld op het wereldwijde probleem van huidbleken. Om aan Westerse schoonheidsnormen te voldoen, gebruiken sommige mensen zware chemicaliën om melanine uit hun huid te verwijderen. Dat kan zowel inwendige als uitwendige schade aan het lichaam veroorzaken. Dit verlangen naar een lichtere huid is verbonden met een lange koloniale geschiedenis van onderdrukking en ideeën rondom witte suprematie. AGBARA, wat ‘kracht’ betekent in het Yorùbá, bevraagt dit verlangen en poogt het stigma te doorbreken, om daarmee een dialoog te starten over een praktijk die vaak verzwegen wordt en in veel samenlevingen diep zit ingebakken. Deze sieraden, die de sporen van chemisch bleken vertonen, vormen samen een pleidooi om alle huidtinten te vieren.
Lees ook over Mijn Vaders Huis.